Dit artikel wil geen uitvoerige handleiding zijn voor het gebruik van het Zwitser systeem. Het is bedoeld om enig inzicht te geven hoe het Zwitsers systeem werkt en hoe het wordt toegepast binnen OSV. Wie er meer over wil weten kan op internet veel informatie vinden over dit onderwerp.
Een systeem waarbij iedere speler eenmaal tegen iedere andere speler speelt heet een halve competitie (Eng. single round-robin). Een voorbeeld is de Finale Vierkamp binnen onze vereniging. Als n het aantal deelnemers (n even) is, dan worden er n‑1 ronden gespeeld. Een systeem waarbij iedere speler tweemaal (een keer met wit en een keer met zwart) tegen iedere andere speler speelt heet een hele competitie (Eng. double round-robin). Er worden dan 2(n‑1) ronden gespeeld. Bij halve en hele competities speelt het Zwitsers systeem geen rol. Er bestaan tabellen voor het maken van de indeling per ronde.
Wil je met een groot aantal deelnemers een halve of hele competitie spelen dan heb je veel ronden nodig. Om in zo’n geval het aantal ronden te beperken is het Zwitsers systeem bedacht. Het Zwitser systeem ontleent zijn naam aan zijn uitvinder, een Zwitser genaamd Dr Julius Müller. Het systeem is voor het eerst toegepast in een schaaktoernooi in Zürich in 1895. Een regel om ongeveer het aantal ronden (R) te bepalen gegeven het aantal deelnemers (P) en het aantal gekwalificeerde plaatsen (Q) is R = (P + 7Q)/5 (bedacht door een zekere meneer Model). Gekwalificeerde plaatsen zijn bijvoorbeeld promovendi of degradanten. Toegepast op onze huiscompetitie met 16 deelnemers per groep en twee promotie of degradatie plaatsen geeft dit (16 + 14)/5 = 6 ronden. Dit is het minimaal aantal vereiste ronden om met enige betrouwbaarheid promovendi en degradanten te kunnen kwalificeren. Momenteel spelen we 7 ronden in een turnus van de huiscompetitie. Toegepast op het Open Osse Schaakkampioenschap met 36 deelnemers en één kampioen kom je uit op 9 ronden. Actueel spelen we ook 9 ronden.
Het basisprincipe van het Zwitsers systeem is dat spelers met dezelfde score tegen elkaar spelen. Dat klinkt eenvoudig maar er zijn tal van randvoorwaarden. De voorwaarden waaraan zeker voldaan moet worden zijn de volgende (absolute normen genoemd):
Spelers met evenveel punten vormen een puntengroep. Men kan binnen een puntengroep de spelers sorteren op speelsterkte gebaseerd op a) weerstandspunten (WP) (ook wel Buchholz score genoemd) en Sonneborn-Berger-score (SB) of op b) rating. WP en SB zijn zogenaamde tie-breakers. Dat zijn aanvullende sorteercriteria in het geval de scores gelijk zijn wat veelvuldig kan voorkomen in een toernooi. Er bestaan tal van varianten op WP en SB die als tie-breakers kunnen worden gebruikt. Als laatste redmiddel om tot een sortering te komen als alle criteria gelijk zijn wordt het lotingsnummer als tie-breaker gebruikt.
De paring binnen een puntengroep kan op verschillende manieren worden gemaakt:
Vouwparing (Eng. fold pairing)
De puntengroep wordt gesorteerd op speelsterkte.
De sterkste speler wordt gepaard met de zwakste speler in de groep.
Dit proces wordt herhaald voor de overgebleven spelers.
Het doel is om de spannendste partijen tussen de sterkste spelers uit te stellen tot de laatste ronden.
Schuifparing (Eng. slide pairing)
De puntengroep wordt gesorteerd op speelsterkte en in tweeën gedeeld.
Stel Groep 1 bevat de sterkere spelers en Groep 2 de zwakkere.
De sterkste speler van Groep 1 wordt gepaard met de sterktste speler van Groep 2.
Dit proces wordt herhaald voor de overgebleven spelers. Deze methode heeft hetzelfde
doel als de vouwparing alleen vermijdt men het nadeel dat sterke spelers
weinig weerstandspunten in de eerste ronde krijgen.
Gebruikt men de rating voor de speelsterkte dan heet deze methode “indelen op rating”
ook wel “Dutch System” genoemd naar de uitvinder ervan, de Nederlander Geurt Gijssen, internationaal FIDE arbiter.
Het systeem wordt vaak gebruikt bij de eerste twee of drie ronden van een Zwitsers toernooi.
Bij OSV worden de eerste drie ronden van een Zwitsers toernooi op deze wijze ingedeeld.
Op de resterende ronden wordt de vouwparing toegepast waarbij de sortering binnen
een puntengroep wordt uitgevoerd op weerstandspunten en Sonneborn-Berger-score.
Aangrenzende paring (Eng. adjacent pairing)
De puntengroep wordt gesorteerd op speelsterkte.
De sterkste speler wordt gepaard met de een na sterkste speler, etc.
Het nadeel hiervan is dat de spannendste partijen aan het begin van het toernooi
plaats vinden in plaats van aan het einde.
Willekeurige paring (Eng. random pairing)
De paren worden willekeurig binnen een groep gekozen.
Deze methode wordt gebruikt als het onmogelijk is een sortering op
speelsterkte te doen omdat bijvoorbeeld spelers geen geldende rating
hebben en er nog geen scores zijn (paring voor Ronde 1).
Het kan gebeuren dat spelers in een puntengroep niet meer zijn in te delen omdat aan de vereiste voorwaarden niet kan worden voldaan. In dat geval zullen een of meer spelers moeten spelen tegen een speler met een lagere score (downfloat) of tegen een speler met een hogere score (upfloat). Hierbij dient het scoreverschil tussen twee tegen elkaar ingedeelde spelers zo klein mogelijk te zijn. Heeft een speler in een ronde een downfloat of upfloat gehad mag hij in de eerst twee volgende ronden niet dezelfde float krijgen. Deze eisen vallen onder de “relatieve normen”, d.w.z. hieraan moet zoveel mogelijk worden voldaan hetgeen soms niet mogelijk is.
De zaak wordt nog ingewikkelder als een puntengroep een oneven aantal spelers bevat. Er moet dan een speler in de “wachtkamer” worden geplaatst. Alle regels omtrent het gebruik van de wachtkamer laten we voor wat het is in dit artikel.
De indelingsprocedure kan bijzonder complex worden bij latere ronden omdat het moeilijker wordt aan alle absolute en relatieve normen te voldoen. Kijk maar eens in het handboek van de KNSB onder hoofdstuk A6 (Reglement indeling Zwitsers op rating) en hoofdstuk A7 (Reglement indeling Zwitsers op weerstandspunten).
In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw was de huiscompetitie bij OSV een halve competitie en was indelen volgens het Zwitsers systeem niet aan de orde. Behalve voor het Open Osse Schaakkampioenschap. Dat werd handmatig gedaan door een meester op dit gebied, ons ere-lid Hartog van Gelder. Vaak heb ik Hartog een half uurtje zien schuiven met papiertjes waarop de spelersnamen stonden om tot een goede indeling te komen. Bij het Open Snelschaakkampioenschap was er tussen de ronden te weinig tijd voor deze handmatige procedure en maakten we op goed geluk een enigzins aanvaardbare indeling.
De eerste computer programma’s voor het Zwitsers systeem duiken op midden jaren 80 van de vorige eeuw. Zelf heb ik ook in die periode getracht een programma te ontwikkelen maar die pogingen waren niet erg succesvol. Ik las bij punt 10 in de notulen van de ALV van 3 september 1991 gepubliceerd in de OSV-Klanken 47e jaargang Nummer 2:
“10. Osse Kampioenschap
Voor dit toernooi zal dezelfde formule gehanteerd worden als afgelopen seizoen.
Cees Timmer zegt toe het verbeterde computerprogramma voor het Zwitser's systeem te zullen testen.
De ervaringen met de oude versie zijn niet gunstig te noemen.”
Ik kan me niet meer herinneren hoe het verder met het programma is afgelopen, maar in ieder geval was er in die tijd geen behoorlijk computerprogramma te vinden dat een goede indeling kon maken volgens het Zwitsers systeem.
Heden ten dage zijn er een aantal commerciële en open-source programma’s beschikbaar om indelingen te maken volgens het Zwitsers systeem. Bij OSV gebruiken wij het programma Swiss Master for Windows (Versie 5.6) dat enkele jaren geleden is aangeschaft bij de KNSB. Dit programma is formeel goedgekeurd door de FIDE. Vrij te downloaden van internet is een aantal “engines”. Een engine is een programma dat alleen de berekeningen uitvoert; de user interface moet door de gebruiker zelf worden geschreven. Een recent voorbeeld hiervan is JaVaFo (februari 2017), een engine die platform onafhankelijk is en draait onder Java 7 of hoger. Een ander voorbeeld is bbpPairings (augustus 2016) te downloaden als Windows of Linux executable of zelfs als C++ broncode. Een commercieel verkrijgbaar programma is de web-based applicatie Swips dat goede reviews krijgt. Vrij te gebruiken voor niet-commercieel gebruik is het MS Windows programma Sevilla van de Nederlandse programmeur Johan Paul Hendriks. Sevilla kan ook draaien op een Apple computer met behulp van een “wrapper”. Dat is een programma dat een Windows programma “inpakt” zodat het lijkt op een Apple programma en ook zo werkt.
Ik hoop met dit artikel meer duidelijkheid gegeven te hebben over wat er allemaal onder de motorkap gebeurt als je de knop “Do pairing” aanklikt in het indelingsprogramma. Wil je het artikel als pdf-bestand downloaden, klik dan op onderstaande link.
Oss, 15 september 2017
Cees Timmer
Aantal bezochte pagina's
Webmaster Cees Timmer © 2013 CJT