Nu de grootste grootmeesters het Elo 2800 domein exploreren blijkt weer dat openingskennis voor ons niveau volkomen nutteloos is. Ik weet dat ik in herhaling val, maar moet u nou eens kijken naar de opening in de partij Levon Aronian (wit) tegen Veselin Topalov, respectievelijk de nummers zes en twee op de wereldranglijst. Als ik zou zeggen dat ik die partij in mijn jeugd gespeeld zou hebben dan kon u slechts vol begrip mompelen dat ik toen mijn Euwe regeltjes nog niet geleerd had. "In de opening niet vaker met eenzelfde stuk in spelen", "de koning op een veilige plek zetten met een rokade" en "de centrumpionnen niet blokkeren met je eigen stukken". En wat doen Aronian en Topalov? Ze lappen die achterhaalde regels aan hun laars en openen als volgt: 1. c4 c5 2. Pf3 Pf6 3. Pc3 d5 4. cxd5 Pxd5 5. e4 Pb4 6. Lc4 Pd3 7. Ke2 Pf4+ 8. Kf1 Pe6. Dat zijn 5 zetten van zwart met hetzelfde paard in de eerste 8 zetten en het paard eindigt op het veld e6 waar het zijn e-pion in de weg staat. Het lijkt op een afgesproken demonstratiepartijtje om het publiek kostelijk te amuseren met clowneske amateur zetten die bij nadere beschouwing nog speelbaar zijn ook. Wat blijkt echter, de zetten werden in 1938 voor het eerst gespeeld in een partij Sokolsky en Budo. Sokolsky kennen de kenners van de Sokolsky opening, dus dat is echt geen geringe jongen. De partij tussen Aronian en Topalov werd vrij snel gewonnen door Aronian.
Klik |
Oss, 11 december 2015
Rik Broekkamp
Aantal bezochte pagina's
Webmaster Cees Timmer © 2013 CJT