Een bijzondere remise regel is de 50-zettenregel: De partij is remise als er 50 opeenvolgende zetten door beide spelers zijn gespeeld zonder dat een pion is verplaatst of enig stuk is geslagen. De telling van 50 zetten begint opnieuw na een pion- of slagzet.
De 50-zettenregel is ingevoerd om te vermijden dat een partij eindeloos lang gaat duren. De 50-zettenregel zal in de praktijk niet veel voorkomen. Met de komst van de tablebases is de 50-zettenregel onder discussie komen te staan. Er blijken veel posities te bestaan die gewonnen zijn voor wit of zwart maar die meer dan 50 zetten vereisen zonder pion- of slagzet en dus remise zijn. Er zijn 7-stukken eindspelen bekend die meer dan 500 zetten vragen om gewonnen te worden, onuitvoerbaar voor de menselijke schaker. Dit zijn natuurlijk extreme gevallen waarmee we geen moeite hebben deze als remise te accepteren. Toch zijn er ook grensgevallen. Daarover gaat het onderstaande verhaal.
Een beroemd voorbeeld waar de 50-zettenregel een grote rol speelde was het legendarische eindspel uit de partij Timman-Velimirovic (1979). Er is al veel over geschreven o.a. in een recent artikel van Herman Grooten.
Diagram 1: Timman-Velimirovic: na 77...Lb2
|
Diagram 1 geeft de stand waarin de partij voor de tweede maal werd afgebroken (ja, dat kon nog in die tijd). Onmiddelijk na het afbreken beweerde Velimirovic dat dit eindspel remise was. Dezelfde avond gingen Timman, Andersson en Torre aan de slag met de afgebroken stand maar waren niet in staat een duidelijke winstvoering te vinden. De volgende ochtend vond Timman exact dezelfde positie op pagina 323 in Deel 1 van Chéron's standaardwerk over eindspelen. Volgens Chéron was de afgebroken stand gewonnen voor wit maar niet binnen 50 zetten zonder pion- of slagzet. Wit heeft 51 zetten nodig om geforceerd de zwarte pion te winnen. Het is duidelijk dat de afgebroken stand zoals weergegeven in Diagram 1 alleen gewonnen kan worden als de zwarte pion wordt veroverd. De laatste slagzet van Timman was op de 64ste zet. Tot aan bovenstaand diagram heeft hij dus 14 zetten gespeeld zonder slagzet, dus hij kan nog 36 zetten spelen zonder iets te slaan alvorens het remise wordt door de 50-zettenregel. Met de kennis van toen zou de zwarte pion niet binnen 36 zetten gewonnen kunnen worden en zou de partij dus remise zijn. Het schijnt dat Timman de arbiter heeft verzocht de 50-zettenregel te verruimen voor dit soort eindspelen maar aan dat verzoek is geen gehoor gegeven.
Met de kennis van nu weten we dankzij de 6-stukken tablebase dat de zwarte pion geforceerd gewonnen kan worden binnen 36 zetten uitgaande van de stelling in Diagram 1. Ik heb de 6-stukken tablebase nagespeeld tot pionwinst vanuit de positie in Diagram 1 en voor iedere zet van wit en zwart steeds de meest optimale zet gekozen, d.w.z. voor wit de zet die het snelst naar winst leidt en voor zwart de zet die verlies zolang mogelijk uitstelt. De tablebase geeft meerdere optimale zetten. Ik heb een variant gekozen waarin wit de eerste mogelijkheid krijgt de zwarte pion te slaan. Dit is op de 25ste zet. Deze variant (Variant 1) van de tablebase kun je hier naspelen.
Eindspel Timman-Velimirovic Variant 1 | : | Klik |
Diagram 2: Tablebase: na 24.Tc3
|
Na 24.Tc3 (zie Diagram 2) is het voor zwart onmogelijk de zwarte pion op a3 met de loper te verdedigen. Met de 25ste zet neemt wit de pion waarmee de teller voor de 50-zettenregel weer op nul staat. Wit heeft na het slaan op a3 nog 22 zetten nodig tot mat, dus ruim op tijd. Er moet worden gezegd dat voor een menselijke schaker het bereiken van een stand zoals in Diagram 2 buitengewoon lastig zal zijn. Vaak zijn de zetten in tablebases mysterieus en moeilijk te doorgonden terwijl je weet dat deze zetten de enige juiste zijn. In werkelijkheid liep dit eindspel ook anders.
Je zou kunnen denken: ik laat de zwarte loper op b2 staan en probeer met mijn koning zo te spelen dat ik promotie van de witte pion kan verhinderen. Met behulp van de tablebase heb ik een dergelijke aanpak uitgeprobeerd (Variant 2):
Eindspel Timman-Velimirovic Variant 2 | : | Klik |
Bij het naspelen van Variant 2 wordt de strategie duidelijk: wit plakt met zijn witte toren de zwarte koning vast op h-lijn zover mogelijk weg van het promotieveld a8 en wandelt met zijn koning naar de zwarte pion. Op het juiste moment slaat wit de zwarte pion op a3 met opoffering van de kwaliteit. "Het juiste moment" houdt in dat zwart promotie van de witte pion niet meer kan tegenhouden. Bij het naspelen van deze variant bekruipt je toch wel het gevoel dat het allemaal zeer nauw luistert.
In de echte partij belandde Timman uiteindelijk in de volgende stelling (zie Diagram 3):
Diagram 3: Timman-Velimirovic: na 103.Ta8
|
Wit slaat op 104st zet de zwarte pion waarmee wit zich bevrijdde van de 50-zettenregel, dus ruim voor de fatale 114de zet. Er blijft nu een vrijpion op a2 over die niet meer door zwart is te stoppen. Na 103. Ta8 gaf Velimirovic dan ook op. Een aspect van de winstvoering is dat de zwarte koning op voldoende afstand van het promotieveld a8 moet worden gedwongen waarna wit de zwarte pion kan nemen. Dit is dezelfde strategie zoals gevolgd in Variant 2.
Timman-Velimirovic | : | Klik |
Herman Grooten vergelijkt in zijn artikel de gespeelde zetten in het eindspel met die in de tablebase en concludeert dat beide spelers met ongekende precisie hebben gespeeld. Hij zegt er van: "Velimirovic heeft op een paar momenten na, vrijwel optimaal verdedigd. We mogen er ook aan toevoegen dat Timman het eindspel fantastisch heeft behandeld!".
Het bovenstaande verhaal is een fraaie illustratie van de enorme betekenis die de tablebases voor het eindspel hebben. Deze ontwikkeling is nog niet klaar. Er wordt op dit moment al hard gewerkt aan een 8-stukken tablebase. Ik zou zeggen: op naar de 32-stukken tablebase.
Oss, 28 augustus 2023
Cees Timmer
Aantal bezochte pagina's
Webmaster Cees Timmer © 2013 CJT